Traumahelicopters

Delen:

Standplaatsen van de traumahelicopters.

De vier traumahelicopters zijn verdeeld over vier standplaatsen, zodat iedere regio in Nederland goed gedekt kan worden.
Sinds 2011 zijn de traumahelicopters 24/7 inzetbaar.

Lifeliner 1

De standplaats van de Lifeliner 1 is in Amsterdam bij het VUmc.
De dekkende regio’s zijn: Noord-Holland, Noord-Utrecht en Flevoland.

Lifeliner 2

De standplaats van de Lifeliner 2 is in Rotterdam bij het vliegveld van Rotterdam.
De dekkende regio’s zijn: Zeeland, Zuid-Holland, West-Brabant en Zuidwest Utrecht.

Lifeliner 3

De standplaats van de Lifeliner 3 is bij vliegbasis Volkel.
De dekkende regio’s zijn: Oost-Brabant, Gelderland, Noord-Limburg en Zuidoost-Utrecht.

Lifeliner4

De standplaats van de Lifeliner 4 is in Groningen.
De dekkende regio’s zijn: Groningen, Friesland, Drenthe, IJsselland en de Waddeneilanden exclusief Texel.

In het zuiden van Zeeland en Limburg wordt meestal een traumahelikopter uit België ingezet.
In Overijssel en een gedeelte van Gelderland wordt vaak een traumahelikopter uit Duitsland inzet.

Oproepcriteria Traumahelicopter

De traumahelikopter wordt natuurlijk niet zomaar opgeroepen.
Hiervoor zijn criteria opgesteld.
Deze zijn te verdelen in primaire en secundaire oproepen.

Primaire oproep

De primaire oproep wordt gedaan door de meldkamer.
Als de centralist een melding krijgt waarbij hij inschat dat het MMT nodig zal zijn dan kan hij de traumaheli direct oproepen.

Enkele voorbeelden waarbij de centralist direct de traumaheli ingeschakeld:

  • Grootschalige ongelukken
  • Trein- of vliegtuigongelukken
  • Aanrijdingen met meer dan 30 km per uur waarbij een voetganger, fietser, scooter, brommer of motor betrokken is of een slachtoffer is overreden
  • Ongelukken met beknelling
  • Val van meer dan 5 meter hoogte
  • Bedelving met hoofd en/of borst
  • Elektrocutie of blikseminslag
  • Ernstige brandwonden (meer dan 15% of 10% met ander letsel)
  • Niet te stelpen bloedingen
  • Auto te water

Deze lijst is niet volledig.
Er zijn meer situaties waarbij de traumahelikopter ingezet wordt.

Secundaire oproep

Bij een secundaire oproep wordt het MMT pas opgeroepen als de ambulance die ter plaatse is dit nodig vindt.
De ambulance meldt aan de meldkamer (MKA) dat de traumaheli nodig is en de meldkamer roept daarna de helikopter op.
De beslissing van de ambulanceverpleegkundige om het MMT op te roepen kan allerlei redenen hebben.
Zolang een slachtoffer niet stabiel is kan hij/zij nog niet vervoerd worden naar een ziekenhuis en kan een ingreep door een MMT arts hier misschien verandering in brengen.

Transport slachtoffer

Slachtoffers worden in de meeste gevallen niet met de helikopter vervoerd maar gaan met de ambulance naar het ziekenhuis.
Alleen als er echt positieve tijdwinst gemaakt kan worden wordt een slachtoffer per helicopter naar een ziekenhuis vervoerd.
Anders rijdt de MMT arts met de ambulance mee naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis.
De keuze van ziekenhuis hangt niet alleen af van tijd maar ook van mogelijkheden van het ziekenhuis.
Het ene ziekenhuis heeft andere specialisaties dan het andere.
Ook hierin kan de beslissing om met de helikopter te gaan nog een rol spelen.

Bemanning traumahelicopter (MMT)

De traumahelicopter wordt bemand door 3 personen.
Dit zijn een MMT arts, een verpleegkundige en een piloot. Samen vormen zij het Mobiel Medisch Team.

De MMT arts

De MMT arts is de rede waarom de heli vliegt.
Hij heeft geen taak in de helicopter tijdens de vlucht tenzij er een slachtoffer aan boord is.
De arts is de aanvulling op het ambulanceteam dat vaak al ter plaatse is.
De MMT arts heeft meer kennis en is bevoegd om meer handelingen te verrichten dan de ambulanceverpleegkundige vooral op het gebied van de ABC (bewustzijn, ademhaling en bloedsomloop).
De arts heeft meer mogelijkheden om een slachtoffer te stabiliseren voordat het slachtoffer naar het ziekenhuis wordt vervoerd.
Ook als het slachtoffer langdurig bekneld heeft gezeten kan de MMT arts een goede aanvulling zijn op het ambulancepersoneel.

Artsen mogen onder andere: onder narcose brengen, inbrengen van een thoraxdrain (buisje in de borstholte plaatsen voor weg laten lopen van bloed of lucht), bepaalde medicatie per infuus en medicatie ter ondersteuning van de bloedsomloop.

De verpleegkundige

De verpleegkundige van de traumahelicopter heeft 2 taken.
De eerste is het assisteren van de piloot tijdens de vlucht.
De verpleegkundige is ervoor opgeleid om te navigeren en is daardoor een onderdeel van de crew van de helikopter.
Zo kan de piloot zich concentreren op de vlucht.
De verpleegkundige is mede verantwoordelijk voor het zo snel mogelijk op de plaats van het ongeval komen.

Naast de taken in de helicopter heeft de verpleegkundige van het MMT een assisterende taak bij de arts.
De verpleegkundige van het MMT hebben stages doorlopen op de anesthesie, IC, SEH en ambulance en hebben dus veel ervaring met slachtoffers die in levensgevaar zijn.

De piloot

De piloot zorgt voor het besturen van de helicopter.
Hij heeft veel vliegervaring opgedaan bij de luchtmacht of in burgerlijke helikoptervluchten voordat hij met de traumahelicopter mag vliegen.
Dit moet ook wel omdat het vliegen met de traumaheli veel druk met zich meebrengt.
Vaak hoort de piloot ook pas in de helicopter waar de vlucht heen gaat en moet hij landen op plaatsen waar dit niet gebruikelijk is.
De lifeliner is 24 uur per dag inzetbaar en kan dus ook nachtvluchten maken.
Ook dit vereist natuurlijk veel van het kunnen van de piloot.
Verder kan de piloot ondersteuning geven door allerlei zaken rondom het slachtoffer en het vervoer te regelen (net als een ambulance chauffeur).
De piloot is verantwoordelijk voor de helicopter als het MMT op de plaats van een ongeval is.
Aan boord van de helicopter is de piloot degene die de leiding heeft en hiermee ook de verantwoordelijkheid.

De HLO

Een niet onbelangrijke persoon die eigenlijk ook bij het team hoort maar niet altijd op locatie gezien zal worden is de HLO.
HLO staat voor Heli Landing Officier. De HLO heeft de leiding over het landingsplatform bij het ziekenhuis.
Over het algemeen staan de traumahelicopters op een vliegveld maar als een slachtoffer per helicopter naar een ziekenhuis wordt gebracht moet hier een HLO staan om de helicopter te begeleiden bij het landen.
De HLO heeft een opleiding gevolgd als brandwacht wat te vergelijken is met een vliegveld-brandweerman.
Hij zorgt ervoor dat de traumaheli’s veilig kunnen landen en opstijgen en als er problemen zijn kan hij ingrijpen.

De HLO kan ook nog een tweede taak hebben.
Als de afstand van het ongeval en de locatie waar het MMT is niet groot is of de helikopter kan door omstandigheden de lucht niet in dan heeft het MMT beschikking over een Mercedes-Benz Vito.
Hierin zitten 5 zitplaatsen, hulpmiddelen en medicijnen.
De HLO of de verpleegkundige met een speciale rijopleiding bestuurt dit voertuig van het MMT.